bezoek

Een schrijver gaat naar zijn uitgever. De vrouw van de uitgever is kunstenares. Ze zal de bundel illustreren. Het is een moeizame tocht door dichte mist. Uiteindelijk is hij dan toch gearriveerd. “Ik zwom door melk”, zegt hij.

Het gezelschap zit aan tafel in een rommelige, donkere kamer. De mist hangt achterdochtig rond bij de ramen. Nu pakt de kunstenares het bundeltje met gedichten en verhalen. Ze redigeert, schrapt regels, flikkert een verhaal eruit. 

“Waar is mijn uitgever?”, vraagt de schrijver. De uitgever was naar de keuken vertrokken. Hij was niet de kathedraal van een man waarvoor de schrijver hem eerder had aangezien. Hij zet koffie.

Om twee uur zegt een klok: “twee uur”.
De schrijver is een beetje in de war. Hij denkt: “Mijn manuscript!”

Plotseling klinkt een onaards gedreun. “Wordt er een boom gerooid?”, vraagt de schrijver. “Of stort er een helikopter langzaam naar beneden?”, stelt de kunstenares voor. De uitgever kijkt door het kleinste raampje. “Het is een bladblaasmachine”, zegt hij.

Zo werken ze door. De uitgever draait muziek. Hij zegt niet veel. Iemand klopt aan de deur. Er zijn twee grote pakketten voor de kunstenares. ‘Maar de TNT staakt toch?’, denkt de schrijver weerbarstig. Hij zegt niets. Het is tijd om naar het atelier van de kunstenares te gaan. 

Buiten is ze ontstemd. De machine heeft alle bladeren uit het park weggeblazen. “Geen kastanjes over voor de konijntjes. Overdreven zin voor netheid. Stommiteit!”, zegt ze. 

Ze stappen in een verroeste duikboot voor door de melk. De kunstenares laadt de pakketten in. Grimmig als een zeerover hangt ze aan het stuur. Alles schommelt. Zo ratelen ze de diepte in. De uitgever met zijn houten been is achterin gaan zitten. Hij praat zijn bonte papagaai na over schrijvers en schandalen. “Ik word gekidnapt”, denk de schrijver als hij naar de grillige vormen kijkt die uit het ondermelkse opdoemen. 

Plotseling draaien de zeerovers met een scherpe bocht een schatkist binnen. De twee pakketten worden geopend: flessen met melk en verse kastanjes. De schrijver ziet ook om hem heen een miniatuur kathedraal, etsen van vermolmde herfstbladeren, zeefdrukken van fluorescerende konijntjes, zaaddoosjes van platanen, een oogkapje en stapels manuscripten.